Spelen met tekst. Het communistisch manifest -of welke tekst dan ook- in een ander perspectief
Toen Karl Marx en Friedrich Engels in februari 1848 het Het Manifest van de Communistische Partij publiceerden -ze hadden het eind 1847 geschreven in opdracht van de Bond der Communisten – was in Frankrijk de Februarirevolutie uitgebroken. De “burgerkoning” Louis-Philipe van Orleans zag zich gedwongen op 24 februari af te treden.1 1848 zou in heel Europa het jaar van de revolutie worden. Het werd een andere revolutie dan waar Marx en de communisten voor streden. Marx probeerde eerst in Parijs, daarna vanuit Keulen met de Neue Rheinische Zeitung de revolutie in een socialistische richting te sturen. Mei 1849 was duidelijk dat hun inspanningen tevergeefs waren geweest. Marx vluchtte naar Parijs en vestigde zich in 1850 met zijn familie in London.
In 4325 woorden schetst Marx de geschiedenis van de klassentegenstellingen, de historie van een strijd tussen onderdrukkers en onderdrukten. Marx besteedt de meeste aandacht aan de laatste en eenvoudigste gestalte waarin deze strijd zich uit: die tussen bourgeoisie en proletariaat, industrieel kapitalist en loonarbeider. Vol bewondering schetst Marx de ontwikkeling van de productiekrachten (de machine en de fabriek) en de manier waarop de bourgeoisie de feodale samenleving had opgerold. Maar in deze overwinning lag volgens Marx ook de kiem van haar komende nederlaag. De kapitalistisch georganiseerde productie was namelijk niet in staat het naakte bestaan van de onderdrukten te verzekeren, iets wat volgens Marx bij alle voorgaande strijdvormen wel het geval was geweest. De moderne arbeider zou daarentegen steeds dieper wegzinken. Omdat de bourgeoisie de bestaanszekerheid van de arbeiders niet kunnen garanderen, zullen zij zich verenigen en tenslotte het juk van de kapitalistische heerschappij van zich afwerpen. Dat is een logisch gevolg van de op loonarbeid en kapitaal gebaseerde economische orde. Op deze manier produceert de bourgeoisie “voor alles haar eigen doodgraver”. Het spook is dus de schepping van de tovenaarsleerling die, zoals de literaire traditie wil, haar eigen creatie niet meer onder controle heeft.
De geschiedenis heeft zich de wet niet laten voorschrijven en is eigenzinnig een andere weg ingeslagen die Marx voor onvermijdelijk had gehouden. En wat als reëel communisme het daglicht heeft gezien, zou Marx waarschijnlijk als een oneigenlijk kind van zijn theorie de deur hebben gewezen.
We zijn 150 jaar verder en met de computer is het mogelijk om dit manifest eens op een andere manier te lezen. Om te beginnen zijn de zinnen van boven naar beneden geschreven (past bij een tijd waarin de tegenstelling links-rechts is verdampt). Elke zin begint boven en gaat woord voor woord naar beneden; de volgende zin begint in de volgende rij opnieuw boven. Klik op de knop Volgende en er verschijnen zes nieuwe zinnen in beeld.
De zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn in verschillende kleuren weergegeven. Klik op een woord en het kan via de link die verschijnt, worden opgezocht op Wiktionary of Wikipedia .
Klik op Woorden voor een overzicht van alle woorden in de tekst en hun preciese samenstelling. De woordenboom links in het scherm is een visualisering van de onderliggende datastructuur: een trie. De ontwikkeling van de productiekrachten was met de industriële revolutie nog lang niet aan haar eind gekomen; de informatie- en communicatietechnologie heeft andermaal de wereld op zijn kop gezet en met de robotisering lijkt fabrieksmatige loonarbeid inderdaad -maar anders dan Marx zich had voorgesteld- ten dode opgeschreven. Dus laten we het manifest niet meer als drukwerk, maar als trie bekijken (volledige versie in jpg).
Tot slot: zoek een willekeurige tekst, b.v. van uw geliefde of gehate columnist, op het internet, kopieer en plak die in het vrije tekstgebied en klik op Analyseer.
- Victor Hugo heeft er een levendig ooggetuigeverslag van gemaakt. Zelf gezien, 1985.
“De weinige mensen die in deze buitengewone dagen, waarin alles op het spel stond, het lot van Frankrijk in handen hadden, waren zelf tegelijkertijd werktuig en speelgoed in de handen van de massa, wat niet hetzelfde is als het volk, en van het toeval, wat niet hetzelfde is als de voorzienigheid. Onder druk van de menigte, in de roes van en de schrik over hun triomf waarmee ze geen raad wisten, kondigden zij der republiek af, zonder te weten dat zij die grootse daad verrichten.”, blz. 155 ↩︎